Hoe zorg je dat jouw boodschap blijft hangen? 

In de vorige nieuwsbrieven heb je al kunnen lezen hoe je goede slides maakt en kreeg je tips van de professionals met betrekking tot het gebruik van je stem en je houding. Aan de presentatie zelf zal het dus niet meer liggen. Maar… hoe zorg je ervoor dat hetgeen je vertelt ook daadwerkelijk blijft hangen? De laatste jaren is er steeds meer bekend geworden over de werking van het brein; zo ook over de opslag van informatie in het brein. Deze kennis heeft geresulteerd in de zes principes van het Brein Centraal Leren (BCL). Waar was jij bijvoorbeeld op 9/11 toen de vliegtuigen door de Twin Towers vlogen?

Waarschijnlijk zie je jezelf zo weer op die plek zitten. De reden dat je dit nog zo goed weet heeft te maken met dat deze gebeurtenis gepaard gaat met heftige emoties: één van de breinprincipes. Door deze zes principes zo veel mogelijk toe te passen in je presentatie en/of lessenreeks, vergroot je de kans dat de informatie blijft hangen. Hier komen ze:

1. Emotie: informatie blijft het beste hangen met de juiste hoeveelheid stress en een nieuwsgierige gemoedstoestand. Bij stress komt er (nor)adrenaline vrij, waardoor het geleerde beter wordt onthouden. Maar let op, zet je luisteraars niet op een hoge glazen brug tijdens een presentatie, want teveel stress werkt juist averechts! Verder is het slim om je luisteraars nieuwsgierig te maken naar hetgeen jij gaat vertellen. Evolutionair gezien wordt de nieuwsgierigheid geprikkeld als informatie nieuw en zinvol is, want dit vergroot immers je overlevingskansen! Begin je presentatie bijvoorbeeld met een prikkelende vraag, een casus waarop ze het antwoord (nog) niet weten, etc. Op die manier hangen ze én aan je lippen én blijft de informatie het beste hangen!
2. Herhaal: wanneer informatie wordt aangeboden, vuren verschillende neuronen tegelijkertijd en maken ze een connectie met elkaar. Hoe vaker een bepaald ‘pad’ bewandeld wordt, des te sterker deze verbinding wordt. Herhaling is dus het aansterken van deze neurale verbindingen! Let op: doe dit niet de hele tijd vlak na elkaar, maar verspreid dit over de tijd voor het optimale resultaat! Stuur je luisteraars bijvoorbeeld naar huis met een herhalingsopdracht, een stukje tekst om nog eens na te lezen…
3. Creatie: Het brein schept zelf graag orde in de chaos van alle binnenkomende informatie. Wanneer het dit doet komt het ‘geluksstofje’ dopamine vrij. Het brein legt vervolgens zelf verbindingen met al bestaande neurale netwerken. Het toepassen van het breinprincipe creatie heeft dus op twee manieren nut: enerzijds worden verbindingen sterker door het vrijkomen van dopamine, anderzijds wordt informatie aan al bestaande netwerken gelinkt. Laat je deelnemers dus vooral zelf informatie verzamelen, uitwisselen en uitwerken, want op die manier blijft het beter hangen!
4. Focus: Je kent het vast wel van jouw tijd in de collegebanken: “waarom zit ik hier en waarom moet ik dit weten?” Grote kans dat degene die voor de groep stond iets aan het vertellen was waarvan je totaal niet wist wat je ermee moest binnen jouw toekomstige beroep. Door aan te geven wat de leeruitkomst is, neem je de luisteraar aan de hand mee door je verhaal.
5. Zintuiglijk rijk: zoals bij de breinprincipes herhaal en creatie al is aangegeven: wanneer je informatie aanbiedt worden nieuwe neurale netwerken gevormd. Wanneer je meerdere zintuigen worden geprikkeld, worden meerdere paden aangelegd en gerelateerd aan dezelfde kennis. Wil je iemand bijvoorbeeld leren wat een knuffel is? Dan kun je dit vertellen en laten zien op een PowerPoint, maar je zou ze ook kunnen laten voelen hoe een knuffel aanvoelt.
6. Bouw voort: De kans om kennis te laten beklijven wordt groter als je de nieuwe informatie op kunt hangen aan al bestaande informatie. Op die manier kun je nieuwe informatie als het ware vastknopen aan bestaande neurale netwerken. Zorg er dus voor dat de voorkennis van de deelnemers wordt geactiveerd alvorens je met nieuwe informatie komt!

Bron: Dirksen, G. (2005). BreinCentraal Leren ®: BCL. Uitgangspunten voor meer leerrendement. Leren in organisaties. Geraadpleegd op http://docplayer.nl/11272406-Breincentraal-leren-neurale-netwerken-uitgangspunten-voor-meer-leerrendement-artikel-in-blad-leren-in-organisaties-november-2005.html

Touwtje bedankt

Stel je eens voor: De sprekers tijdens TEDxNSPOH hebben allemaal maximaal een kwartier om hun TED Talk te houden. Op het moment van het evenement, wanneer de laatste spreker aan de beurt is, is de tijdsregristratie kapot gegaan. De organisatie moet alleen wel  echt zeker weten dat de laatste TED Talk maar 15 minuten duurt. Tot grote opluchting van de organisatie hebben ze wel twee touwen tot hun beschikking.

Echter, deze touwen zijn van ongelijke lengte. De organisatie weet wel dat elk touw er exact 20 minuten over doet om volledig op te branden. De touwen zijn niet uniform; dit betekent dat in het midden het touw bijvoorbeeld dikker is dan bij de uiteinden. Als het touw dus voor de helft van touw van zijn lengte opbrandt, duurt dit niet noodzakelijk 10 minuten.

Hoe kan je de touwen in precies 15 minuten op branden, waardoor de maximale tijd van de TED Talk toch bepaald kan worden?

Het is toegestaan foto’s te maken tijdens TEDxNSPOH en te delen via social media met #TEDxNSPOH. Een professionele fotograaf en filmploeg leggen tijdens het event sprekers en deelnemers op beeld vast. Het foto- en filmverslag kun je na afloop terugkijken op de website van TEDxNSPOH en via andere online kanalen.

Stel je het niet op prijs om herkenbaar in beeld te zijn? Bij de aanmeldbalie in TivoliVredenburg kun je dit op 15 november aangeven. Onze filmers en fotograaf proberen daar dan zo goed mogelijk rekening mee te houden. Over foto’s van het event die andere aanwezigen maken en publiceren heeft TEDxNSPOH uiteraard geen controle.

We verheugen ons op mooie actiebeelden!

TivoliVredenburg
Vredenburgkade 11
3511 WC Utrecht

Meer informatie over het parkeren, het programma en de achtergrond van het thema en TEDx? Neem eens een kijkje op de pagina ‘praktische info‘.